Skip to primary navigation Skip to content Skip to footer
Back to Blog

Berlijn en haar muren, meer dan alleen de DDR variant!

Reste der mittelalterlichen Stadtmauer in der Littenstraße

Berlijn heeft natuurlijk een hele bekende muur, maar door de eeuwen heen stonden er veel meer grote bouwwerken in onze stad. In dit artikel vertellen we je over de verschillende Berlijnse muren en wat deze voor de ontwikkeling van Berlijn hebben betekend. En, er zit een Nederlands tintje aan een van de muren! Wat dat precies inhoudt? Dat lees je in dit artikel over Berlijn en haar muren!

Berlijnse muur – de bekendste muur van Berlijn

Berliner Mauer in der Bernauer StraßeZeg je Berlijn en muur, dan denken mensen meestal maar aan één muur: de Berlijnse muur. In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 werd het westelijke gedeelte van Berlijn plotseling volledig van het oostelijke stadsdeel afgegrendeld. Eerst met prikkeldraad, later kwam het beton. 43 kilometer grens tussen oost- en west Berlijn en nog eens 112 kilometer grens langs het omliggende DDR-territorium en West-Berlijn. Daarmee was de toegang voor DDR-burgers naar West-Berlijn niet meer mogelijk. Ook de West-Berlijners zaten aanvankelijk opgesloten, omdat ze over land niet meer naar Oost-Berlijn of naar de DDR konden komen. West-Berlijn verlaten kon vanaf die bewuste nacht alleen nog met het vliegtuig naar West-Duitsland.

Pas na tweeënhalf jaar kwam er met kerstmis 1963 een eerste bezoekersregeling voor West-Berlijners om Oost-Berlijn een dag te bezoeken. Tegen die tijd was al het prikkeldraad vervangen voor een gigantische massieve betonnen muur. In de navolgende 25 jaren werden de zogeheten ‘Sperranlagen’ telkens verder uitgebouwd, zodat de Berlijnse muur ontstond zoals we hem vandaag de dag kennen. Een gigantisch bouwwerk, waarmee de kale strook die Todesstreifen heette, met hinterlandmauer, wachttorens, een 24/7 verlicht lichttracé, signaaldraadhekken en honden, nagenoeg onoverwindbaar was voor ‘Sperrbrecher’ en ‘Republikflüchtlinge’ uit het oosten.

Berlins middeleeuwse stadsmuur

Berlins mittelalterliche Stadtmauer um 1400

Muren waren er in Berlijn al eeuwenlang. Net als elke andere fatsoenlijke middeleeuwse stad was ook Berlijn door een stadsmuur omringt. De eerste keer dat Berlijn als nederzetting in een document werd vernoemd, was in het jaar 1237. Tegenwoordig geldt dat als de datum van oprichting van de dubbelstad Berlijn-Cölln. Niet lang na dat jaar, werd er een grote stadsmuur van 5 meter hoogte om het kleine nederzettingkje gebouwd.

Nog een ruime 120 meter zijn daarvan behouden, te vinden in de Littenstrasse in Berlijn Mitte. Bijzonder daaraan is dat het stuk pas in 1948 bij werkzaamheden werd herontdekt. De muur vormde de achterkant van meerdere woonhuizen, waaronder het beroemde en historische gasthuis ‘Zur letzten Instanz’. De totale stadsmuur rondom Berlijn en (het later verdwenen stadje) Cölln was 2.5 kilometer lang.

Op het kaartje kun je het goed zien hoe de Berlijnse stads stadsmuur zoals het er vermoedelijk rond 1400 uitzag. Het noordelijke deel van het Spree-eiland was toen nog niet bebouwd. Pas in 1448 verlegde de brandenburgse landheer zijn woonplaats van Tangermünde aan de Elbe naar Berlijn. Op het moerassige deel van het eiland werd zo het eerste landherenhuis gebouwd.

Reste der mittelalterlichen Stadtmauer in der Littenstraße

Resten van de middeleeuwse stadsmuur in de Littenstrasse.

Berlin als vestingstad

Een kleine 400 jaar later liet keurvorst Friedrich Wilhelm de stadsmuur onder druk van de dertigjarige oorlog (1618 bis 1648)tot een vesting uitbouwen. De muur werd gigantisch versterkt en met bastiontorens en stadswallen uitgebreid. De bestaande grachten werden verbreed en zo uitgebouwd, dat de gehele stad omsloten werden. Binnen de vestingsring was inmiddels ook het nieuwe stadsdeel Friedrichswerder ontstaan, ten westen van het Spree-eiland. Door een slimme politiek van de keurvorst, ontkwam Berlijn aan oorlog en verwoesting. In plaats daarvan bloeide de stad snel op en kwamen Franse Hugenoten en joodse families uit Wenen in Berlijn wonen. De vrouw van de keurvorst, de Nederlandse Louise Henriette van Oranje-Nassau, trok bouwmeesters en kunstenaars uit haar Nederlandse thuisland richting Berlijn.

De omvangrijke stadsmuur werd langzaam maar zeker een probleem voor de stadsuitbreiding en ontwikkeling. Slechts een paar decennia na de bouw werd alles weer afgebroken. Meerdere straatnamen in Berlijn herinneren nog aan het bolwerk, zoals de Wallstraße, Oberwallstraße, Niederwallstraße, Am Festungsgraben, am Zwirngraben. De gracht was zelfs nog tot ver in de 19e eeuw in Berlijn te vinden, als toenemend vervuild, stinkend en stilstaand water.

Festungsanlage Berlin um 1700

Berlin als vestingsstadt – die vertakte vorm van de verdedigingsmuren met de bastiontorens zijn percies volgens de Nederlandse standaard voor vestingssteden rond 1700.

Berlijnse tol- en belastingmuur

In 1735 werd uiteindelijk een nieuwe muur gebouwd. Anders dan de voorgaande editie, diende deze muur niet uitsluitend als verdediging of bescherming tegen indringers. Het doel was ook – eigenlijk net als de DDR-versie later – een opsluit-functie. De onbetaalde soldaten van koning Friedrich Wilhelm I, ook wel de soldatenkoning genoemd, moesten van deserteren worden afgehouden. De muur diende ook het effectief inzetten van tol en belastingen, vandaar de Duitse naam: Zoll und Akizemauer. Ieder die Berlijn in of uit wilde, werd gecontroleerd en kon eventueel gevraagd worden om te betalen, zelfs op het water! De vaargeulen van de Spree werden ‘s nachts zelfs met boomstammen afgesloten, de zogeheten ‘Oberbaum’, waar de spree Berlijn in stroomde, en de ‘Unterbaum’, de plek waar men het nieuwe stadsgebied weer verliet.

De muur was 3 tot 4 meter hoog, enige delen in het Noord-oosten en oosten werden niet van steen maar als houten pallissademuur uitgevoerd. aanvankelijk was e volledige muur 14,5 kilometer lang, maar na een aantal uitbreidingen zelfs 17 kilometer. Ook werd het aantal poorten verhoogd van 14 naar 18. Mert name in het zuidoosten van Berlijn omsloot de muur nog veel braakliggende stukken, terwijl ze in het noorden en oosten direct de grens voor bebouwd gebied vormde. Het duurde echter niet lang tot ook de braakliggende terreinen bebouwd werden en de stad weer buiten de muur om groeide. Vanaf 1867 was het nut van de muur dan ook achterhaald en werd de gehele belastingmuur, net als bijna alle stadspoorten, afgebroken.

Nog overgebleven als enige stadspoort, is de Brandenburger Tor. Vier andere stadspoorten waren de naamgevers voor de huidige Berlijnse U-bahnstations. Alleen de U-bahnhof Frankfurter Tor is niet helemaal correct, deze ligt een stuk oostenlijker dan de oorspronkelijke stadspoort van de belastingmuur op die plek. Ook talloze straatnamen herinneren nog aan de oude tolmuur, zoals de Torstraße, Linienstraße 9aan de binnenzijde van de muur), Platz vor dem Neuen Tor, Palisadenstraße, Oberbaumbrücke en Unterbaumstraße.

Karte Berliner Zoll- und Akzisemauer

De tolmuur van de soldatenkoning met alle stadspoorten. Vanaf 1867, na ongeveer 130 jaar, werd ze afgebroken. (Von Sansculotte – Eigenes Werk, CC BY-SA 2.5)

De Berlijnse S-bahn ring

Slechts 15 jaar na de afbraak van de belastingmuur rondom Berlijn, werd een nieuw ringvormig bouwwerk geopend. Met 37 kilometer was het zelfs dubbel zo lang. Toch was het geen verdedigingswerk of tolmuur en ook had ‘t niet de functie om een grens te vormen tussen stad en platteland. Desalniettemin had de nieuwe S-bahn ring wel degelijk het karakter van een grens. In Berlijn woon je ‘binnen de ring’ (samen met 1,2 miljoen mensen) of ‘buiten de ring’ (met 2,2 anderen). De loop van de s-bahn ring op een kaart oogt ook bijzonder, en kreeg al snel de bijnaam ‘Großer Hundekopf’ (grote hondenkop). Het is bijna jammer dat de Berlijners, doorgaans gek op bijnamen en spreekwoorden, die bijnaam niet echt vast hebben kunnen houden.

Met enige regelmaat komt de dicussie over een tol voor auto’s in de binnenstad van Berlijn. De grens die dan gebruikt zou worden voor een verplichte tol-zone en tolvrije zone zou de S-bahn ring kunnen zijn. Zelfs nu al mogen auto’s die teveel uitstoten niet meer in de milieuzone komen die op de loop van de hondenkop gebaseerd is. Zou elke doorgang onder een brug of viaduct stadinwaarts een stadspoort zijn, dan had Berlijn er zestig!

Karte Berliner S-Bahn von 1877

De grote hondenkop op een kaart uit 1877.  Meerdere gebieden binnen de ring van Berlijn waren destijds nog niet gebouwd. Tegenwoordig is Berlijn ver buiten de S-bahnring ontwikkeld.

Nog een kleine nabrander over de vestingstad Berlijn. De vesting werd vanwege het gebrek aan aanvallen op de stad nooit gebruikt. Maar toch zijn er vandaag de dag maar weinig Berlijners die er niet van profiteren. Als Berlijn na de oprichting van het Duitse Rijk in 1871 gigantisch snel begon te groeien, was er al snel een goede oost-west verbinding nodig. Maar de binnenstad was té dicht bebouwd om daar nog allemaal sporen aan te leggen. Er was alleen nog een oude stinkende gracht uit de 17e eeuw! Deze werd simpelweg dichtgegooid met puin en zo verloopt vandaag de dag de Stadtbahn (twee treinensporen en twee 2-bahnsporen) dwars van Jannowitzbrücke over Alexamnderplatz en Hackescher Markt naar het Museumeiland, precies over de voormalige ‘Festungsgraben’. Dat verklaart meteen het bochtige verloop van het spoor.

Meer weten? Fiets mee met onze fietstour over de Berlijnse muur

De resten van de Berlijnse muur en andere muren kun je natuurlijk tijdens onze fietstour langs de Berlijnse muur bekijken! Lijkt het je leuk om meer te weten en meer mooie verhalen van onze gidsen te horen? Ga dan mee met onze speciale Berlijnse Muur fietstour!